Welkom op de pagina over werkwoordspelling!
Bovenaan deze pagina staat een uitleg over werkwoordspelling (onder andere tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord). Daaronder vind je oefeningen met werkwoordspelling (onder andere tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord). We raden je aan om eerst de uitleg door te lezen en daarna te gaan oefenen. Als je het al snapt kun je ook direct gaan oefenen.
UITLEG:
Je kunt hieronder de hele uitleg lezen of direct naar het deel gaan waar jij meer over wilt weten:
Introductie:
Veel leerlingen hebben moeite met het vervoegen van werkwoorden. Door veel te oefenen en door niet te gokken, maar je te houden aan de regels, zul je zien dat het steeds beter gaat! Onderaan deze pagina vind je heel veel oefeningen om beter te worden in werkwoordspelling. Eerst geven we je een uitleg hoe je werkwoorden moet vervoegen. Mocht je nog vragen, opmerkingen of tips hebben dan horen we die graag! Neem contact met ons op of laat onderaan deze pagina een reactie achter.
De stam:
Het is heel belangrijk dat je de stam van een werkwoord kunt bepalen. De stam van het werkwoord is het hele werkwoord − en. Voorbeelden:
- Hele werkwoord: wandelen. Stam: wandel
- Hele werkwoord: verhuizen. Stam: verhuiz (de stam eindigt dus op een z!)
- Hele werkwoord: beloven. Stam: belov (de stam eindigt dus op een v!)
Bij het vervoegen van een zwak werkwoord in de verleden tijd of voltooid deelwoord heb je de stam van het werkwoord nodig (voor 't ex-kofschip; zie ook de uitleg over de verleden tijd/voltooid deelwoord), dat is dus het hele werkwoord − en, en die stam kan dus eindigen op een z of v.
De stam van het werkwoord gebruiken we alleen maar voor 't ex-kofschip. Als je bijvoorbeeld zegt 'ik wandel', 'ik verhuis' of 'ik beloof' hebben we het over de ik-vorm of de aangepaste stam Let op! Sommige scholen noemen ook dit de stam, maar dat kan verwarrend zijn. Wij gebruiken in deze uitleg twee verschillende soorten stam om het zo duidelijk mogelijk te houden. Even het overzichtje met voorbeelden:
- Hele werkwoord: wandelen. Stam: wandel. Ik-vorm/aangepaste stam: ik wandel.
- Hele werkwoord: verhuizen. Stam: verhuiz. Ik-vorm/aangepaste stam: ik verhuis (eindigt op s in de ik-vorm).
- Hele werkwoord: beloven. Stam: belov. Ik-vorm/aangepaste stam: ik beloof (extra o en eindigt op f in de ik-vorm).
Tegenwoordige tijd:
Voor de tegenwoordige tijd maken we alleen gebruik van de ik-vorm/aangepaste stam en dus NIET van hele werkwoord − en (dat is de stam die we alleen voor 't ex-kofschip gebruiken, zie ook de uitleg over de verleden tijd/voltooid deelwoord).
In de tegenwoordige tijd heb je drie mogelijkheden: de ik-vorm (= aangepaste stam), de ik-vorm + t (= aangepaste stam + t) en het hele werkwoord.
Voorbeelden:
- ik wandel - jij wandelt - wandel jij? - hij/zij/het wandelt - wij/jullie/zij wandelen
- ik vind - jij vindt - vind jij? - hij/zij/het vindt - wij/jullie/zij vinden
Zoals je ziet is de vorm 'wandel jij?' en 'vind jij?' afwijkend. Onthoud dit aan het ezelsbruggetje: 'als je of jij te laat komt is de t op'.
Een werkwoord als maken levert meestal niet zoveel problemen op, bijna iedereen zegt op gevoel 'hij maakt', maar bij een werkwoord als vinden met 'hij vindt' levert dat vaak al meer problemen op. Daarom een handige tip: als je twijfelt over de vervoeging, vul dan het werkwoord 'maken' of 'lopen' in, dan weet je meestal hoe je het werkwoord moet vervoegen. Voorbeeld: 'Wat vind jij van dit boek?' Veel mensen vinden het dan lastig of je schrijft 'vind' of 'vindt'. Vul het werkwoord maken in: 'Wat maak jij van dit boek?' klinkt veel beter dan 'Wat maakt jij van dit boek?'. Dus zonder de extra t.
Verleden tijd:
Als je een werkwoord in de verleden tijd wilt vervoegen is het belangrijk om te weten of het gaat om een zwak werkwoord of om een sterk werkwoord. Zwakke werkwoorden hebben een standaard vervoeging, sterke werkwoorden hebben een bijzondere vervoeging die je moet leren/onthouden. Over de sterke werkwoorden (bijvoorbeeld 'ik liep' en 'ik riep') kunnen we je dus niks uitleggen, maar over de zwakke werkwoorden wel!
De zwakke werkwoorden vorm je door de ik-vorm/aangepaste stam + te(n) of + de(n) te doen.
Voorbeelden:
- Hele werkwoord: maken. Ik-vorm/aangepaste stam: ik maak. Verleden tijd: ik maakte, zij maakten.
- Hele werkwoord: wandelen. Ik-vorm/aangepaste stam: ik wandel. Verleden tijd: ik wandelde, zij wandelden.
Vaak weet je gewoon of je in de verleden tijd +te(n) of +de(n) gebruikt, maar soms weet je dat niet. Dan maak je gebruik van 't ex-kofschip. Dat werkt zo:
Je pakt de stam (het hele werkwoord − en) van het werkwoord (zie ook de uitleg over de stam) en kijkt naar de laatste letter. Het gaat hier dus om de stam en niet om de ik-vorm/aangepaste stam!
Voorbeelden:
- Hele werkwoord: wandelen. Stam: wandel
- Hele werkwoord: verhuizen. Stam: verhuiz (de stam eindigt dus op een z!)
- Hele werkwoord: beloven. Stam: belov (de stam eindigt dus op een v!)
Je kijkt naar de laatste letter (in bovenstaande voorbeelden de l, de z en v) en kijkt of deze wel of niet in 't ex-kofschip zit.
Zit de laatste letter van de stam WEL in 't ex-kofschip, dan zet je achter de ik-vorm/aangepaste stam + te(n).
Zit de laatste letter van de stam NIET in 't ex-kofschip, dan zet je achter de ik-vorm/aangepaste stam + de(n).
Bij het werkwoord verhuizen kijk je dus naar de stam (= verhuiz), die eindigt op een z en de z zit niet in 't ex-kofschip, dus verhuisDE. Bij het werkwoord beloven kijk je naar de stam (= belov), die eindigt op een v en de v zit niet in 't ex-kofschip, dus beloofDE. Met 't kofschip kijk je dus naar de stam (het hele werkwoord − en), dan weet je of je + te(n) of + de(n) moet gebruiken en dat zet je achter de ik-vorm/aangepaste stam.
Voltooid deelwoord:
Snap je goed hoe de verleden tijd werkt (zie uitleg van de verleden tijd)? Dan heb je geluk, want het voltooid deelwoord werkt (bijna) hetzelfde.
Het voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont- en eindigt op -en, -d of -t. Als je twijfelt tussen de -d of de -t kun je kijken naar de verleden tijd. Voorbeelden:
- Verleden tijd: ik wandelde. Voltooid deelwoord: ik heb gewandeld.
- Verleden tijd: ik maakte. Voltooid deelwoord: ik heb de kast gemaakt.
Ook voor het voltooid deelwoord kun je 't ex-kofschip gebruiken. Zie daarvoor de uitleg van de verleden tijd. Kort samengevat: je kijkt naar de stam (hele werkwoord − en). Zit de laatste letter van de stam WEL in 't ex-kofschip, dan eindigt het voltooid deelwoord op een t. Zit de laatste letter van de stam NIET in 't ex-kofschip, dan eindigt het voltooid deelwoord op een d.
OEFENINGEN:
Je kunt hieronder alle oefeningen vinden of direct naar het deel gaan waar jij mee wilt oefenen:
Tegenwoordige tijd:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.
- TIP! Oefening 1 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 4 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 5 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
Vul de goede werkwoordsvorm in.
Uitleg: Vul het werkwoord in dat tussen haakjes staat en zet deze in de goede vorm. Als je klaar bent klik je op [controleer].
- Werkwoordspelling oefenen (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
Op bovenstaande site kun je zelf kiezen of je wilt oefenen met de tegenwoordige tijd, de verleden tijd of het voltooid deelwoord.
Uitleg: Klik eerst op [skip intro] om de introductie over te slaan. Klik daarna bijvoorbeeld op [tegenwoordige tijd]. Vul telkens de goede werkwoordsvorm in en klik dan op de playknop erachter of druk op je toetsenbord op ENTER. Als je een fout maakt moet je verplicht het werkwoordschema doorlopen: eerst kies je of het wel of geen persoonsvorm is, dan of het tegenwoordige tijd of verleden tijd is, dan of het enkelvoud of meervoud is en dan eventueel nog een andere keuze. Deze stappen klik je één voor één aan.
- TIP! Persoonsvorm ik-vorm: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- TIP! Persoonsvorm jij-vorm: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- TIP! Persoonsvorm hij/zij-vorm: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- TIP! Persoonsvorm enkelvoud: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- TIP! Persoonsvorm door elkaar: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
Een mooi aanbod van oefeningen met de tegenwoordige tijd.
Uitleg: Vul telkens op de stippellijn de goede vorm van het werkwoord in. Klik aan het eind op [nakijken].
Verleden tijd:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.
- TIP! Verleden tijd +te, soms tegenwoordige tijd (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7):
- TIP! Verleden tijd +de, soms tegenwoordige tijd (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7):
- TIP! Verleden tijd +te of +de (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7):
Vul telkens de goede werkwoordsvormen in in de bovenstaande oefeningen. Let op! Bij een aantal oefeningen is er een woord blauw gekleurd. Aan dat woord kun je zien of je de tegenwoordige tijd of de verleden tijd moet gebruiken.
Uitleg: Vul de goede werkwoordsvormen in. Klik aan het eind op [controleer].
- Werkwoordspelling oefenen (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
Op bovenstaande site kun je zelf kiezen of je wilt oefenen met de tegenwoordige tijd, de verleden tijd of het voltooid deelwoord.
Uitleg: Klik eerst op [skip intro] om de introductie over te slaan. Klik daarna bijvoorbeeld op [verleden tijd]. Vul telkens de goede werkwoordsvorm in en klik dan op de playknop erachter of druk op je toetsenbord op ENTER. Als je een fout maakt moet je verplicht het werkwoordschema doorlopen: eerst kies je of het wel of geen persoonsvorm is, dan of het tegenwoordige tijd of verleden tijd is, dan of het enkelvoud of meervoud is en dan eventueel nog een andere keuze. Deze stappen klik je één voor één aan.
- TIP! Persoonsvorm enkelvoud: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Persoonsvorm meervoud: oefening 1 - oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Persoonsvorm door elkaar: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Een mooi aanbod van oefeningen met de verleden tijd.
Uitleg: Vul telkens op de stippellijn de goede vorm van het werkwoord in. Klik aan het eind op [nakijken].
- Is het werkwoord zwak of sterk? (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Verleden tijd zwakke werkwoorden (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Verleden tijd sterke werkwoorden (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Sommige werkwoorden zijn zwak, die hebben een standaard vervoeging in de verleden tijd. Andere werkwoorden zijn sterk, die hebben een bijzondere vervoeging in de verleden tijd. Met bovenstaande oefeningen oefen je specifiek met zwakke of sterke werkwoorden.
Uitleg oefening 1: Vul telkens in of de persoonsvorm sterk of zwak is. Klik aan het eind op [controleer].
Uitleg oefening 2 en oefening 3: Vul telkens de juiste vorm van het werkwoord in dat tussen haakjes staat. Klik aan het eind op [controleer].
- Oefening 1a - oefening 1b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 2a - oefening 2b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 3a - oefening 3b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 4a - oefening 4b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 5a - oefening 5b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 6a - oefening 6b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 7a - oefening 7b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 8a - oefening 8b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 9a - oefening 9b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 10a - oefening 10b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 11a - oefening 11b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 12a - oefening 12b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 13a - oefening 13b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 14a - oefening 14b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 15a - oefening 15b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 16a - oefening 16b (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Door elkaar (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
In de verleden tijd is het soms lastig hoe je sterke werkwoorden moet vervoegen, omdat hier geen speciale regels voor zijn. In de bovenstaande oefeningen oefen je alleen met sterke werkwoorden.
Uitleg: Bij de helft van de oefeningen sleep je de verleden tijd naar de goede tegenwoordige tijd. Bij de andere helft vul je de goede werkwoordsvorm in. Aan het eind klik je op [controleer].
Voltooid deelwoord:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.
- Werkwoordspelling oefenen (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
Op bovenstaande site kun je zelf kiezen of je wilt oefenen met de tegenwoordige tijd, de verleden tijd of het voltooid deelwoord.
Uitleg: Klik eerst op [skip intro] om de introductie over te slaan. Klik daarna bijvoorbeeld op [voltooid deelwoord]. Vul telkens de goede werkwoordsvorm in en klik dan op de playknop erachter of druk op je toetsenbord op ENTER. Als je een fout maakt moet je verplicht het werkwoordschema doorlopen: eerst kies je of het wel of geen persoonsvorm is, dan of het tegenwoordige tijd of verleden tijd is, dan of het enkelvoud of meervoud is en dan eventueel nog een andere keuze. Deze stappen klik je één voor één aan.
- TIP! Oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 - oefening 4 - oefening 5 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Een mooi aanbod van oefeningen met het voltooid deelwoord.
Uitleg: Vul telkens op de stippellijn de goede vorm van het werkwoord in. Klik aan het eind op [nakijken].
- Oefening 1 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 1 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 4 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Bovenstaande oefeningen gaan allemaal over het voltooid deelwoord. In de onderste vier oefeningen moet je soms ook de tegenwoordige tijd of verleden tijd gebruiken.
Uitleg: Vul de goede antwoorden in en klik aan het eind op [controleer].
Gebiedende wijs:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.
- Gebiedende wijs, oefening 1 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- Gebiedende wijs, oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
Een mooi aanbod van oefeningen met de gebiedende wijs.
Uitleg: Vul telkens op de stippellijn de goede vorm van het werkwoord in. Klik aan het eind op [nakijken].
Alles door elkaar:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.
- TIP! Oefening 1 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 4 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- TIP! Oefening 5 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
Vul de goede werkwoordsvormen in in bovenstaande oefeningen. Je hoeft alleen de tegenwoordige tijd en verleden tijd te gebruiken.
Uitleg: Vul de goede werkwoordsvormen in en klik als je klaar bent op [controleer].
- TIP! Werkwoorden vervoegen in stappen (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Bij elk werkwoord dat je vervoegt moet je nadenken: is het een persoonsvorm, een voltooid deelwoord, het hele werkwoord, staat het in het enkelvoud of in het meervoud en als het een persoonsvorm is gebruik ik dan de ik-vorm of de hij-vorm? Onderstaand programma helpt je daarbij: aan de hand van vragen weet je uiteindelijk precies wat je moet doen.
Uitleg: Klik eerst op [-->] en kies daarna een oefening uit. Klik dan op [Ik kies: ...] en vervolgens op [-->]. Daarna zie je een zin met een werkwoord erboven. Volg het stappenplan om erachter te komen hoe je het werkwoord moet vervoegen. Tenslotte vul je de goede vorm van het werkwoord in en klik je op [kijk na].
- TIP! Tegenwoordige tijd en verleden tijd: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord: oefening 1 - oefening 2 - oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Een mooi aanbod van oefeningen met de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het voltooid deelwoord.
Uitleg: Vul telkens op de stippellijn de goede vorm van het werkwoord in. Klik aan het eind op [nakijken].
- Oefening 1 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Bovenstaande oefeningen gaan over de tegenwoordige tijd, de verleden tijd en het voltooid deelwoord. Soms moet je het hele werkwoord invullen.
Uitleg: Vul de goede werkwoordsvormen in en klik aan het eind op [controleer].
- Instaptoets (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Zwak werkwoord (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Sterk werkwoord (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Voltooid deelwoord (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Hele werkwoord en gebiedende wijs (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Controletoets (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
In bovenstaande oefeningen kies je telkens uit vier mogelijkheden het werkwoord dat fout gespeld is.
Uitleg: Eén van de dikgedrukte woorden is fout gespeld. Klik op het vraagteken achter A, B, C of D om aan te geven welke. Met de knop [=>] ga je naar de volgende vraag. Je kunt ook alle vragen laten zien met de knop [laat alle vragen zien] (rechts bovenin).
- TIP! Pakketjes (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Munten (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Robot (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Pretpark (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Griep (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Brand (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! IJspret (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Tuinpad (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Waardering (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- TIP! Bestelbusje (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Vul de goede werkwoordsvormen in.
Uitleg: Vul de goede werkwoordsvormen in en klik aan het eind op [controleer].
- Analysetoets 1 (vooral bedoeld voor groep 6 en groep 7)
- Analysetoets 2 (vooral bedoeld voor groep 7)
- Analysetoets 3 (vooral bedoeld voor groep 8)
Met behulp van de bovenstaande toetsen kun je kijken hoe goed je bent in het vervoegen van werkwoorden.
Uitleg analysetoets 1: Met de rode pijl ga je telkens verder naar de volgende pagina. Vul telkens de goede antwoorden in.
Uitleg analysetoets 2 en analysetoets 3: Vul de goede werkwoordsvormen in en klik aan het eind op [controleer].
Vragen, tips en opmerkingen horen we graag! Neem contact met ons op of laat hieronder een reactie achter.
Daar staan ze per onderdeel gesorteerd.
Ik zit nu in de brugklas en ik doe nog steeds jullie oefeningen! Gelukkig snap ik het nu steeds beter waardoor ik hoge cijfers haal voor Nederlands!
Groetjes,
Spellingbeest14
Een ontzettend fijne site. Zijn er misschien nog meer toetsen op groep 7 en 8 niveau?
Dankjewel voor je reactie! Wat werkwoordspelling betreft is dit het enige aanbod op dit moment. Wel staan er ook nog veel andere onderwerpen met oefeningen voor groep 7 en 8 op de website.
hebben jullie ook oefeningen voor de brugklas met de werkwoorden.bedankt alvast voor de reactie.
gisteren heb ik van woordenschat alle letters gemaakt van A tot Z
ik had deze 3,4of 5 weken cito's gedaan een ik heb geen idee hoeveel scoren ik heb bij woordenschat, maar hopelijk goed
spelling denk ik dat het goed is en rekenen goed, begrijpendlezen goed, de TTR goed en DMT ruimvoldoende maar hopelijk goed.
bedankt voor de uitleg
ik wil het eingelijk wel dat ik alles goed heeft omdat ik later astronaut als beroep wilt hebben
heb je een tip voor mij om je oefenningen beter te leren??? en dat ik mij citotoets allemaal goed heeft???astublieft
dank je wel voor de uitleg
een ik heeft vandaag een test gedaan bij de logopediest van woordenschat, ik heb toen ik deze oefenning nog niet heeft ontdekt onvoldoende getest, en nu ik deze oefenningen heeft gedaan test ik ruim voldoende
dus heel erg bedankt
Graag gedaan! Mooi dat het oefenen geholpen heeft
waarom heb je me niet reageert
ik heb al een dag of twee gewachten
kan je alstublieft snel reageren???
hopelijk van wel
Overigens heb je gisteravond een reactie geplaatst en we reageren vandaag, dus deze keer is het nog redelijk snel
hoe kan ik andere oefenningen dan woordenschat en werkwoord spelling maken
Doeiiiiiiiiii
Ik denk dat ik voldoende is in de woordenschat
Maar ik wil goed in woordenschat
Kan je me helpen? En hoe?
Want vorige jaar had ik onvoldoende in woordenschat.
En ik zit nu in groep 6
Super alstublieft
Veel succes met oefenen!
doeiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Mijn 3 woorden is leuk leerzaam en fijn
Superrrrrrrrrr dankjewel oefenplein !
Fijn weekend
Dááág
Lalalala ik ben zo blij
Bedankt voor de uitleg!
Eh dankjewel
Fijn weekend
Daaaaaaaaaaaaaaaaaaaaag
Oefenplein, waarom reageert je niet
Ik heb al een dag gewachten
Ik wacht en wacht......
Maar je reageert nog niet......
Jammer zeg
Ik hoop dat je weer reageert
En snel ook
Want ik wacht op je
Doeiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Fijn weekend!
Ik heb thuis ook een werkwoordspelling van de biblioteek geleend,
Dat is leerzaam,
Maar dit natuurlijk ook !
Dit geeft mijn veel van geleert
Met hartelijk bedankt oefenplein !
Dit is helemaal perfect en top !
Ik hoop dat je snel weer een reactie stuurt !
Want anders duurt het te lang
Alstublieft
Leerzaam leerzaam leerzaam
Wat betreft de veiligheid: onze website is zeker wel veilig! We hebben alleen geen beveiligde verbinding, maar omdat je geen betalingen hoeft te doen of persoonlijke gegevens hoeft te delen is dat niet zo erg. Wel willen we binnenkort over gaan naar een beveiligde verbinding.
Mooi dat je van vmbo naar vwo bent gegaan!
Op http://www.oefenplein.nl/vo vind je al meerdere dingen voor het voortgezet onderwijs. Op de planning staat om de huidige vakken uit te breiden en in de toekomst komen er meer vakken online.
ookal dat het nog maar 1 dag weekend is
ik ga het zeker vaker doen
GOED JE LEERT ER ECHT VEEL VAN
DIT IS GEW EEN AANRADER GEBRUIK HET
HANDIG
ik weet niet wat woordenboekvorm is dus kunen jullie mij helpen
De woordenboekvorm van 'ik loop' is dus 'lopen' en de woordenboekvorm van 'wij fietsen' is 'fietsen'.
Ik hoop dat je het nu snapt. Als je nog vragen hebt, stel ze gerust. Nog een fijne vakantie toegewenst en succes met je huiswerk!
volgen,leren,neem,doet,gaat,fietsen,doen
Ps.ik ben 2 jaar in nederland ik praat niet zo goed nederlands en ik bne slecht in spelling
ik heb veel vragen over spelling en taal en engels dus kunen jullie mij daar ook mee helpen ik heb niet zo veel hulp nodig maar een klein beetje en nog super bedankt.
xxx
- volgen - volgen
- leren - leren
- neem - nemen
- doet - doen
- gaat - gaan
- fietsen - fietsen
- doen - doen
Het gaat dus telkens om het hele werkwoord. Ik hoop dat je het nu beter snapt.
Als je vragen hebt kun je die altijd stellen (mag ook via oefenplein.nl/contact). Kijk ook eens op oefenplein.nl/taal en oefenplein.nl/Engels!
is sloegen of geslagen ,begonnen,verborgen is dat een deelwoordvorm
nog bedankt en nog fine vakantie toegewenst
"Hij is over het feest begonnen."
"Ik heb hem in mijn slaapkamer verborgen."
In de bovenstaande zinnen heb ik de deelwoordvorm van de volgende werkwoorden gebruikt: slaan, beginnen, verbergen.
Sloegen is geen deelwoordvorm, maar de verleden tijd. Begonnen is ook verleden tijd ("Zij begonnen te praten.").
Bedankt voor je leuke reactie. Wat een goed cijfer heb je gehaald! Als je iets niet snapt en/of vragen hebt: laat het ons weten! Heel veel succes nog de laatste weken voor de zomervakantie en we zien je graag volgend schooljaar weer op onze site!
Ik hoop dat je alles snapt en dat de oefeningen goed gaan! Als je nog vragen hebt, stel ze gerust.
Fijn dat je het nu veel beter snapt! Als je vragen hebt over werkwoordspelling of over iets anders horen we het graag! Heel veel succes nog en alvast een hele fijne zomervakantie toegewenst!