Welkom op de pagina over Tijd (klokkijken)!

De makkelijkste oefeningen staan bovenaan deze pagina. De moeilijkste oefeningen staan onderaan deze pagina. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is. 

Bovenaan deze pagina staat een uitleg over tijd (klokkijken). Daaronder vind je oefeningen met tijd en/of klokkijken.  We raden je aan om eerst de uitleg door te lezen en daarna te gaan oefenen. Als je het al snapt kun je ook direct gaan oefenen. 

UITLEG

Met tijd meten we hoe lang iets duurt of wanneer iets gebeurt. Bijvoorbeeld door te zeggen 'deze film duurt 1 uur en 30 minuten' of 'opa en oma komen vanavond om zeven uur'. Elke dag heeft 24 uur en die uren zijn verdeeld in minuten en seconden. We gebruiken een klok of horloge (of tegenwoordig ook een mobiel) om de tijd te zien.

Hoe werkt een klok?

En zijn twee soorten klokken, namelijk een analoge klok en een digitale klok.

Een analoge klok heeft een ronde vorm met een wijzerplaat en twee (soms drie) wijzers:

• De korte wijzer (uurwijzer): Laat zien welk uur het is.
• De lange wijzer (minutenwijzer): Laat zien hoeveel minuten er zijn verstreken in dat uur.
• Soms een secondenwijzer (die beweegt heel snel).

Rond de klok staan vaak de getallen 1 tot en met 12. Als de korte wijzer (uurwijzer) op 3 staat is het bijvoorbeeld drie uur.

Een digitale klok toont de tijd met cijfers, zoals '14:30' (half drie 's middags) of '08:15' (kwart over achter 's ochtends). Het eerste getal geeft het uur aan en het tweede getal de minuten.

Belangrijke termen

• Hele uur: De lange wijzer staat op de 12 (bijvoorbeeld 10:00 uur).
• Kwart over: De lange wijzer staat op de 3 (bijvoorbeeld 10:15 uur).
• Halve uur: De lange wijzer staat op de 6 (bijvoorbeeld 10:30 uur).
• Kwart voor: De lange wijzer staat op de 9 (bijvoorbeeld 10:45 uur).

Hoe lees je een klok?

Kijk eerst naar de korte wijzer om te zien welk uur het is. Kijk daarna naar de lange wijzer om te zien hoeveel minuten er voorbij zijn. Elke streep/cijfer op de klok is 5 minuten.

Hoe lang duurt wat?

• 1 minuut = 60 seconden
• 1 uur = 60 minuten
• 1 dag = 24 uur
• 1 week = 7 dagen
• 1 jaar = 12 maanden
• 1 jaar = 52 weken
• 1 jaar = 4 kwartalen
• 1 kwartaal = 3 maanden
• 1 eeuw = 100 jaar
• 1 millennium = 1000 jaar

OEFENINGEN

De makkelijkste oefeningen staan bovenaan deze pagina. De moeilijkste oefeningen staan onderaan deze pagina. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.

• TIP! Treinstation klokkijken (vooral bedoeld voor groep 4, groep 5, groep 6 & groep 7)

Een heel leerzame oefening. Je kunt zelf aangeven of je wilt oefenen met uren, kwartieren, minuten enz. Je kunt ook voor een digitale klok kiezen.

Uitleg: Kies eerst voor één van de spelletjes onder 'digitaal' of onder 'analoog', kies daarna of je wilt oefenen met uren, kwartieren, minuten enz. Kies bij elke oefening het juiste antwoord.

• Oefeningen klokkijken groep 3
• Oefeningen klokkijken groep 4
• Oefeningen klokkijken groep 5
• Oefeningen klokkijken groep 6

Oefeningen gesorteerd per groep. Op elke oefenpagina staan meerdere oefeningen waar je uit kunt kiezen.

OVERIG 

Werkbladen

•  Klok Rekenen (links kun je instellen wat je wel wilt en wat niet)