Welkom op onze pagina over de overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs (VO)!
Groep 8 is het laatste jaar op de basisschool. Een leuk jaar, met bijvoorbeeld schoolkamp, een musical en de laatste schooldag. Ook maak je in dit jaar een eindtoets en denk je na over wat je hierna gaat doen. Na groep 8 maak je de overstap naar het voortgezet onderwijs (VO). Misschien vind je het spannend, maar misschien vind je het ook wel heel leuk om naar een andere school te gaan. Op deze pagina geven we je meer informatie over het voortgezet onderwijs.
Je kunt hieronder alles bekijken of direct naar het deel gaan waar jij meer over wilt weten:
- Overzicht niveaus voortgezet onderwijs
- Overzicht schooltypes / soorten scholen
- Hoe kies je een middelbare school?
- Vragen over het voortgezet onderwijs
- Vakafkortingen
- Leuke opdrachten en handige websites
- Wat moet je kopen / heb je nodig voor het voortgezet onderwijs?
- Agenda kopen & indelen
Overzicht niveaus voortgezet onderwijs:
Op het voortgezet onderwijs zijn meerdere niveaus/opleidingen. In groep 8 kijk je samen met je juf/meester en ouders welk niveau het beste bij jou past. Hieronder hebben we alle niveaus op een rijtje gezet.
Praktijkonderwijs:
Hoe lang het praktijkonderwijs duurt verschilt per school, maar meestal is dit zo'n 4 jaar. Je leert allemaal praktische dingen als koken, schoonmaken en sociale vaardigheden. Ook heb je vakken als rekenen, taal, Engels, maatschappij en natuur. De vakken die je krijgt verschillen per school. In de laatste paar jaar zul je veel stage moeten lopen en hoef je bijvoorbeeld nog maar 2 of 3 dagen naar school. Op het praktijkonderwijs zijn de klassen klein en is er veel begeleiding. Na het praktijkonderwijs ga je vaak gelijk aan het werk.
Vmbo (Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs):
Het vmbo is verdeeld in vier leerwegen. Je wordt voorbereid op een studie in het MBO (Middelbaar Beroepsonderwijs). Je krijgt vakken als Nederlands, wiskunde, Engels, aardrijkskunde, biologie en praktijkvakken. Het vmbo duurt vier jaar. Voorbeeldvakken zijn: Nederlands, Engels, wiskunde, mens & maatschappij, mens & natuur, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding.
De vier leerwegen van het vmbo zijn:
- Basisberoepsgerichte leerweg (BL) - heel veel praktijk, maar nog wel een paar theorievakken
- Kaderberoepsgerichte leerweg (KL) - veel prakijk, maar ook een aantal theorievakken
- Gemengde leerweg (GL) - veel theorie, een beetje praktijk
- Theoretische leerweg (TL); wordt soms mavo of vmbo-t genoemd - (bijna) alleen theorie (soms wel 1 beroepsgericht vak)
In de bovenbouw (leerjaar 3 en 4) moet je 1 van de 10 profielen kiezen. Voorbeelden van profielen zijn: 'bouwen, wonen en interieur', 'media, vormgeving en ICT', 'zorg en welzijn', 'horeca, bakkerij en recreatie' en 'dienstverlening en producten'. Doe je vmbo-t, dan kies je 1 van de 4 profielen ('techniek', 'zorg en welzijn', 'economie' of 'landbouw (groen)'). Maar het duurt nog even voor je in de bovenbouw zit, dus kijk hier niet teveel naar. Behalve als je nu al weet welke richting je interessant vindt, dan kun je kijken waar dat aangeboden wordt.
Heb je extra ondersteuning nodig? Dan is het lwoo (leerwegondersteunend onderwijs) misschien wat voor jou. Je volgt dan onderwijs op één van de vier niveaus, maar krijgt daarnaast veel extra begeleiding.
Havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs):
De havo bereidt je voor op een HBO-studie aan een hogeschool. De havo duurt vijf jaar en bestaat alleen maar uit theorie. Je krijgt meer huiswerk dan op het vmbo en moet meer zelfstandig doen (het tempo en niveau liggen ook hoger). Voorbeeldvakken zijn: Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans, wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde, economie, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding.
In de bovenbouw van de havo (leerjaar 4 en 5) kies je één van de vier profielen: 'Cultuur & Maatschappij', 'Economie & Maatschappij', 'Natuur & Gezondheid' en 'Natuur & Techniek'. Maar het duurt nog even voor je in de bovenbouw zit, dus kijk hier niet teveel naar. Elke school waar ze de bovenbouw van de havo aanbieden, biedt elk profiel aan. Wel kan het zijn dat je niet alle keuzevakken kunt kiezen. Dus wil jij graag Spaans als tweede taal, informatica als keuzevak of aan de slag met onderzoeken & ontwerpen, kijk dan waar dat aangeboden wordt!
Vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs):
Het vwo bereidt je voor op een vervolgstudie in het wetenschappelijk onderwijs (WO), aan een universiteit. Maar je kunt ook naar het HBO. Het vwo duurt zes jaar en bestaat alleen maar uit theorie. Het tempo en niveau liggen nog iets hoger dan op de havo. Voorbeeldvakken zijn: Nederlands, Engels, Duits, Frans, Spaans, wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, natuurkunde, economie, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding.
Het vwo is verdeeld in twee leerwegen, namelijk:
- Atheneum
- Gymnasium
Het niveau is in beide leerwegen hetzelfde, maar op het gymnasium krijg je de extra vakken Latijn en Grieks. In de onderbouw volg je verplicht beide vakken, in de bovenbouw ga je met één van de twee verder (allebei mag natuurlijk ook).
In de bovenbouw van het vwo (leerjaar 4, 5 en 6) kies je één van de vier profielen: 'Cultuur & Maatschappij', 'Economie & Maatschappij', 'Natuur & Gezondheid' en 'Natuur & Techniek'. Maar het duurt nog even voor je in de bovenbouw zit, dus kijk hier niet teveel naar. Elke school waar ze de bovenbouw van het vwo aanbieden, biedt elk profiel aan. Wel kan het zijn dat je niet alle keuzevakken kunt kiezen. Dus wil jij graag Spaans als tweede taal, informatica als keuzevak of aan de slag met onderzoeken & ontwerpen, kijk dan waar dat aangeboden wordt!
Overzicht schooltypes / soorten scholen
Het onderwijsniveau kiezen is vaak niet zo moeilijk, omdat je samen met je juf/meester en ouders kijkt welk niveau het beste bij jou past. Maar welke soort school het beste bij je past is ook belangrijk. Wil je naar een kleine of juist naar een grote school, vlakbij huis of wat verder fietsen, een school met aandacht voor een bepaalde godsdienst of een bepaalde onderwijsmethode? Hier lees je er meer over!
Er zijn in Nederland verschillende soorten scholen. Allereerst heb je openbare scholen. Het maakt niet elk welke godsdienst of levensbeschouwing je hebt, op deze scholen ben je altijd welkom. Verder zijn er ook bijzondere scholen, waarbij aandacht is voor een bepaalde godsdienst of levensbeschouwing (bijvoorbeeld evangelisch, antroposofisch, islamitisch of protestants-christelijk). Tenslotte zijn er ook nog scholen die lesgeven volgens een bepaalde onderwijsmethode, zoals montessorischolen en daltonscholen.
Hoe kies je een middelbare school?
Je hebt hierboven wat kunnen lezen over de verschillende onderwijsniveaus en schooltypes die er zijn binnen het voortgezet onderwijs. Hieronder geven we tips waar je op kunt letten bij het kiezen van een middelbare school.
- Wordt het onderwijsniveau dat ik wil gaan doen aangeboden? Sommige scholen bieden alleen vmbo aan of juist alleen havo of vwo.
- Wat voor schooltype is het? Wil je naar een openbare school, een school waarbij aandacht is voor een bepaalde godsdienst/levensbeschouwing of naar een school waar ze lesgeven volgens een bepaalde onderwijsmethode?
- Biedt de school alleen mijn onderwijsniveau aan of is het juist een brede school? Het kan leuk zijn om op een school te zitten maar alleen maar leerlingen die vmbo volgen of bijvoorbeeld een gymnasium met alleen maar gymnasiumleerlingen. Anderen vinden juist een brede school met alle niveaus leuk. Eén van de voordelen van een brede school is dat als je toch van niveau moet wisselen, je wel op dezelfde school kunt blijven.
- Is de school groot of klein? Misschien word jij wel enthousiast van een grote school met veel leerlingen of heb je juist behoefte aan een kleine school waar je (bijna) iedereen kent.
- Hoe ver ligt de school van mijn huis en hoe kom ik er? Het is handig dat een school niet te ver van je huis ligt, zodat je er op de fiets heen kunt. Kan dat niet, dan is het openbaar vervoer misschien een optie. Kijk goed naar de afstand en hoe ver het fietsen is.
- Gaan er meer kinderen van mijn basisschool heen? Je maakt op het voortgezet onderwijs vast snel nieuwe vrienden! Maar misschien vind je het wel fijn niet als enige van je basisschool naar een middelbare school te gaan. Vraag eens aan je klasgenoten naar welke middelbare school zij gaan.
- Bieden ze tweetalig onderwijs aan of andere mogelijkheden op het gebied van taal aan? Ben je goed in Engels, dan wil je misschien wel tweetalig onderwijs volgen. Of extra verdieping volgen, bijvoorbeeld met Cambridge Engels (een examen in Engels op een hoger niveau).
- Hoe is de kwaliteit van de school? Dat is waarschijnlijk niet iets waar jij als groep 8 leerling naar kijkt. Maar je ouders vinden het misschien wel belangrijk dat de onderwijskwaliteit van de school goed is en de examenresultaten hoog. Deze informatie kun je opzoeken op de website Scholen op de Kaart.
- Hoe gaat de school om met digitale middelen? Werken ze nog op de 'oude' manier met alleen boeken of krijg je een laptop of tablet van school (of moet je die zelf kopen)?
Heb je moeite met leren, ben je hoogbegaafd, doe je aan topsport of ben je een toptalent in muziek/dans? Kijk dan eens naar scholen die je daarin kunnen begeleiden (bijvoorbeeld door het aanbieden van het lwoo of een topsportregeling).
Houd er rekening mee dat sommige middelbare scholen meer aanmeldingen krijgen dan het aantal beschikbare plekken. Is dat bij jou het geval, kijk dan welke middelbare scholen je nog meer aanspreken.
Hoe vind ik informatie over de verschillende middelbare scholen?
- Overleg eerst eens met je ouders welke middelbare scholen er in de buurt zijn en welke mogelijk geschikt voor jou zijn.
- Bezoek de website van de middelbare scholen. Vaak is er een pagina speciaal voor groep 8 leerlingen.
- Vraag eens aan je broer/zus/neef/nicht/buurjongen/buurmeisje naar welke middelbare school zij gaan en wat ze er van vinden.
- Je kunt ook je juf/meester om advies vragen. Of aan je klasgenoten/vrienden vragen naar welke scholen zij kijken.
- Ga naar de open dagen van middelbare scholen! Ook als je al (bijna) zeker bent van je keuze is het belangrijk om te gaan kijken.
Vragen over het voortgezet onderwijs
Wat is het voortgezet onderwijs?
Het voortgezet onderwijs is het onderwijs dat volgt na de basisschool. Er zijn verschillende onderwijsniveaus: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Na het voortgezet onderwijs ga je waarschijnlijk een studie volgen in het MBO, HBO of WO.
Wat is het verschil tussen voortgezet onderwijs en middelbare school?
Daar is eigenlijk geen verschil tussen. Alleen het voortgezet onderwijs wordt vaak gebruikt als verzamelnaam, terwijl middelbare school meestal over één middelbare school gaat.
Wat houdt de brugklas in?
Op sommige middelbare scholen heb je brugklassen. Dan volg je in het eerste jaar vakken samen met leerlingen van andere niveaus. Na het eerste jaar kijk je dan samen met school welk niveau het beste bij je past. Soms worden dit ook dakpanklassen genoemd. Je begint bijvoorbeeld in de brugklas/dakpanklas vmbo-tl/havo of in de brugklas havo/vwo.
Vakafkortingen
Misschien heb je je rooster al wel gekregen. Op dit rooster staan meestal alle vakken afgekort. Hieronder vind je de meeste afkortingen:
- ak = aardrijkskunde
- avo = algemeen vormend onderwijs
- beco = bedrijfseconomie, ondernemerschap & financiële zelfredzaamheid
- bi/bl/bio/biol = biologie
- bsm = bewegen, sport & maatschappij
- bv = beeldende vorming
- c&b = cultuur & bewegen
- ckv/ck = culturele kunstzinnige vorming
- dr/d&d = drama / dans & drama
- Du/Dutl = Duits
- ec/econ = economie
- En/Eng/Entl = Engels
- fi = filosofie
- Fr/Fa/Fatl = Frans
- Fr/Fri = Fries
- gb/lb/lbs = godsdienst/levensbeschouwing
- Gr/Gri = Grieks
- gs/ges = geschiedenis
- h&a/ha = handel & administratie
- hv = handvaardigheid
- ict = ICT
- ik/in = informatiekunde
- in/inf/if = informatica
- k&c = kunst & cultuur
- ku/kunst/kubv/kudr/kumu/kbv/kdr/kmu = kunst
- kwt = keuze werk tijd
- La/Lat = Latijn
- lo/gym/bo = lichamelijke opvoeding / gymnastiek / bewegingsonderwijs
- lob = loopbaan oriëntatie begeleiding
- m&g = mens & gezondheid
- m&m = mens & maatschappij
- m&n = mens & natuur
- m&t = mens & techniek
- m&z = mens & zorg
- ma/maat = maatschappijleer
- maw = maatschappijwetenschappen
- mt/mentor/men = mentoruur
- mu = muziek
- mvt = moderne vreemde talen
- n&g = natuur & gezondheid
- n&t = natuur & techniek
- na/nk/nat/nsk1 = natuurkunde
- nask/nsk = natuur- en scheikunde
- Ne/Netl = Nederlands
- nlt/nl&t = natuur, leven & technologie
- o&d = ondernemen & dienstverlenen
- o&o/oo = onderzoeken & ontwerpen
- ol = ondersteuningsles
- oov = oriëntatie op vakmanschap
- pso = praktische sector oriëntatie
- re/rek = rekenen
- rt = remedial teaching
- sk/schk/nsk2 = scheikunde
- Sp/Sptl = Spaans
- t&d = Technology & Design
- tb = techniek breed
- Te/Tek = tekenen
- tn = techniek
- tw = textiele werkvormen
- vrk = vrije keuze
- vz = verzorging
- wi/wis = wiskunde
- wiA/wisA = wiskunde A
- wiB/wisB = wiskunde B
- wiC/wisC = wiskunde C
- wiD/wisD = wiskunde D
- zwb = zorg en welzijn breed
Leuke opdrachten en handige websites
- Go VMBO! game. In deze game leer je hoe het voortgezet onderwijs in elkaar zit en hoe het vmbo werkt.
- Scholen op de Kaart. Een overzicht met alle middelbare scholen in Nederland.
Wat moet je kopen / heb je nodig voor het voortgezet onderwijs?
- Een schooltas. Als je een laptop mee moet nemen, koop dan een tas met een laptopvak. Zorg dat je een stevige tas aanschaft waar de boeken die je mee moet nemen in passen.
- Een rekenmachine. Die heb je in elk geval nodig voor wiskunde. Maar ook voor vakken als economie, natuurkunde, scheikunde, biologie en rekenen heb je regelmatig een rekenmachine nodig. Het verschilt per school en onderwijsniveau of een rekenmachine nodig/verplicht is. Niet elke rekenmachine is geschikt voor het voortgezet onderwijs. Voor het vmbo en de onderbouw havo/vwo heb je een wetenschappelijke rekenmachine nodig, zoals de Casio FX-82EX, Casio FX-82MS of Texas Instruments TI-30XB. Zorg dat er voldoende functies opzitten, zoals de sinus/tangens/cosinus. Een programmeerbare rekenmachine of grafische rekenmachine is NIET toegestaan.
- Een schoolagenda. Dat is niet altijd nodig, maar kan wel handig zijn. Meer over het kopen en indelen van een agenda lees je hieronder.
- Een etui. Daarin kun je je pennen, potloden, schaar, gum en puntenslijper bewaren.
- Blauwe of zwarte pennen. Om aantekeningen te maken, huiswerk te maken en om mee te schrijven op je toets.
- Schriften met lijntjes. Om aantekeningen in te maken of huiswerk. Je kunt schriften kopen op A5-formaat of A4-formaat. Voor vakken met veel schrijfwerk kan een schrift op A4-formaat handig zijn.
- Ringmap, ringmappapier, tabbladen en insteekhoezen. Ben je niet zo'n fan van schriften? Dan kun je ook met een ringmap werken. Koop dan ook ringmappapier, tabbladen (voor elk vak 1) en insteekhoezen (voor losse blaadjes).
- Mapje voor losse blaadjes. Heb je geen ringmap met insteekhoezen, dan is het handig om een mapje te kopen waar je jouw losse blaadjes in kunt bewaren. Soms krijg je bijvoorbeeld extra uitleg mee of aantekeningen en in een mapje blijven die blaadjes netjes. Ook heb je dan een vaste plek, zodat je ze niet kwijtraakt.
- Schriften met ruitjes. Deze heb je vaak nodig voor wiskunde. Overleg met je wiskunde docent welk schrift jouw school aanraadt. A5-formaat of A4-formaat? En ruitjes van 10x10 mm of van 5x5 mm. Heeft school geen voorkeur, dan zouden wij een schrift op A4-formaat met ruitjes van 10x10 mm aanraden!
- Potloden, gum en puntenslijper.
- Markeerstiften. Ideaal om belangrijke dingen te markeren in je aantekeningen, een proefwerk te markeren in je agenda of extra overzicht te bieden in een samenvatting.
- Geodriehoek, passer en liniaal. Heb je nodig voor wiskunde.
- Correctievloeistof.
- Schaar, plakband, lijm en kleurpotloden. Hoef je niet gelijk aan te schaffen, want misschien heb je het helemaal niet nodig. Maar op sommige scholen is dit nodig voor het vak handvaardigheid/beeldende vorming.
- Kaftpapier. Je boeken moeten natuurlijk gekaft worden, zodat ze ook volgend schooljaar weer gebruikt kunnen worden. Er zijn zelfs handige rekbare kaften te koop!
- Snelhechters. Hoewel je steeds meer digitaal moet inleveren, willen sommige scholen dat je werkstukken ook op papier inlevert. Doe deze dan netjes in een snelhechter.
- Woordenboeken. Koop deze nog niet, maar overleg eerst met je docent Nederlands/Engels/Duits/Frans/Spaans of je deze nodig hebt. Soms zijn deze in de onderbouw nog niet nodig. Handige woordenboeken zijn de Prisma Pocketwoordenboeken.
- USB-stick. Handig om je presentatie op te zetten of als je thuis verder wilt werken aan een opdracht waar je op school mee bent begonnen.
- Sportkleding. Vaak krijg je van je middelbare school te nodig wat je nodig hebt. Soms koop je een sportshirt via school.
- Broodtrommel en drinkfles.
Denk daarnaast ook aan een goede fiets (met goede verlichting en een slot), een goed bureau met bureaustoel en een laptop of computer. Het is handig dat je Microsoft Word en Microsoft PowerPoint op die laptop/computer hebt staan. Zit je nog op de basisschool, dan kun je dat vaak goedkoop aanschaffen via Schoolspot. Op de middelbare school kun je dit met korting aanschaffen via slim.nl. Je kunt ook kiezen voor Office 365, dat is vaak nog goedkoper. Informeer bij je middelbare school wat voor jou het handigst is.
Agenda kopen & indelen
10 jaar geleden had iedereen die naar de middelbare school ging een agenda nodig om het huiswerk in op te schrijven. Nu zijn er steeds meer digitale systemen waarin je kunt zien wat het huiswerk is, dus misschien is een agenda op jouw middelbare school wel niet meer nodig. Maar toch kan het, zeker in leerjaar 1, handig zijn. Zo kun je bijvoorbeeld huiswerk noteren dat niet in het digitale systeem staat en proefwerken en overhoringen markeren (zodat ze extra opvallen). Daarnaast vind je een agenda misschien ook wel gewoon leuk om te hebben.
Welke soorten agenda's zijn er?
Het is belangrijk om voor een agenda te kiezen die geschikt is voor een heel schooljaar. Bijvoorbeeld een agenda voor schooljaar '2020-2021'. Die agenda bevat in elk geval de maanden september 2020 t/m juni 2021.
Qua agenda's is er keuze genoeg. Van een Donald Duck agenda tot een autoagenda en van een voetbalagenda tot een 'normale' blanco agenda.
Wat kun je allemaal in zo'n agenda opschrijven / wat staat er allemaal in?
Dat verschilt natuurlijk per agenda, maar je kunt bijvoorbeeld denken aan: je eigen gegevens, je schoolgegevens, wie er bij een ongeval gewaarschuwd moet worden, medische gegevens, jaarplanner (hier kun je bijvoorbeeld vakanties en verjaardagen in opschrijven), overzicht feestdagen en schoolvakanties, lesrooster en gewijzigde lesroosters (je kunt hier je lesrooster opschrijven of opplakken), adreslijst, lijsten met gelezen boeken / bezochte websites etc., cijferlijsten (gaat meestal digitaal nu), notities, leuke pagina's (bijvoorbeeld puzzels, strips, foto's of een vriendenlijst) en natuurlijk de agenda zelf.
Waar moet je op letten bij het kopen van een agenda?
- Is er genoeg ruimte voor al mijn huiswerk? De meeste scholen hebben 8, 9 of 10 lesuren. Het is handig als je agenda ook zoveel lijntjes heeft.
- Is de agenda duidelijk? (zijn de lijntjes lang genoeg, staan er niet teveel plaatjes in en is het niet te donker?)
- Is het een leuke agenda?
- Hoe duur is de agenda? De goedkoopste schoolagenda's heb je al voor een paar euro. Wil je een agenda met een thema, dan betaal je al snel tussen de €10,- en €15,-. Houd er wel rekening mee dat je je agenda een heel schooljaar moet gebruiken!
Hoe noteer je je huiswerk, houd je je agenda overzichtelijk en zorg je ervoor dat je niks vergeet?
- Schrijf altijd al je huiswerk METEEN op (als je denkt 'dat doe ik de volgende les wel' of 'dat doe ik straks wel', vergeet je het vaak). Schrijf ook huiswerk op dat je al af hebt in de les of huiswerk dat in het digitale systeem is opgegeven.
- Heb je niet (goed) begrepen wat het huiswerk is? Vraag het dan na de les aan je leraar, zodat je bij blijft.
- Schrijf het huiswerk op op de dag dat het AF moet zijn zijn en bij het goede uur.
- Schrijf altijd de afkorting van het vak op, zodat je weet van welk vak dat huiswerk is (bijvoorbeeld bij Nederlands 'Ne' en bij geschiedenis 'gs').
- Gebruik afkortingen: 'm' of 'mk' voor maken, 'l' of 'lrn' voor leren, '§' of 'par.' voor paragraaf, 'H' of 'hfst.' voor hoofdstuk, 'lzn.' voor lezen, 'd' of 'dn' voor doen, 'PW' voor proefwerk, 'SO' voor schriftelijke overhoring, 'MO' voor mondelinge overhoring etc. Gebruik en verzin afkortingen die jij handig vindt!
- Heb je het af? Zet dan een kruisje of krulletje door de afkorting van het vak, het uur o.i.d. of streep het licht door met potlood. Streep het niet door met pen, want daar wordt je agenda een chaos van!
- Maakt je leraar gebruik van een digitaal systeem, ELO, planner of toetsrooster? Schrijf dan wel je huiswerk en toetsen in je agenda, zodat je een overzicht hebt van wat af moet. Ook hoef je dan niet elke keer in te loggen.
- Zorg dat je je huiswerk (goed) maakt en probeer vooruit te werken. Stel altijd prioriteiten (toetsen gaan voor!).
- Schrijf ook de leuke dingen in je agenda! Denk aan schoolvakanties, verjaardagen, excursies, sport en afspraken 's avonds en in het weekend. Leuk om naar uit te kijken.
Nog wat tips voor je agenda:
- Je agenda soms wel gebruiken en soms niet is niet handig. Gebruik of de digitale leeromgeving van je school of je agenda of allebei tegelijk. Maar niet voor het ene vak je agenda en het andere vak de ELO.
- Heb je geen touwtje in je agenda? Doe dan een paperclip op de goede bladzijde.
- Je kunt je rooster natuurlijk in je agenda schrijven als je dat handig vindt. Maar tegenwoordig kun je hem gelukkig ook vaak online bekijken! Een andere optie is uitprinten en in je agenda plakken met lijm/plakband, vastnieten of vastmaken met paperclips.
- Heb je je huiswerk niet af (en een goede reden)? Ga dan voor de les naar je leraar en leg het hem/haar uit. Vertel erbij dat je zorgt dat je de volgende keer weer helemaal bij bent.
Vragen, tips en opmerkingen horen we graag! Neem contact met ons op of laat hieronder een reactie achter.