Met onderstaande oefening kun je oefenen met woordenschat. Wat is de betekenis van het vetgedrukte woord?
Mijn zusje speelt saxofoon.
De printer heeft een storing.
De eerste scène van de film speelt zich af in Parijs.
Mijn stem is schor.
Het huis van mijn opa en oma heeft een serre.
Hij is aan het stotteren.
We gaan op safari.
We eten vanavond slavink.
Wil je stoppen met slurpen?
Wat vind jij van statiegeld?
Nog meer oefeningen doen met woordenschat? Keer dan terug naar de pagina WOORDENSCHAT.
PLZ!!