Met onderstaande oefening kun je oefenen met woordenschat. Wat is de betekenis van het vetgedrukte woord?
Levi moet kokhalzen.
Hij is klaarwakker.
Hij gooit een kiezel in het water.
In de boot ligt een kompas.
De kachel is kapot.
Op vakantie bezoeken we een kathedraal.
Hij heeft een knobbel op zijn been.
Zullen we de som klassikaal doen?
Draag jij wel eens klompen?
Wat is zij klunzig!
Nog meer oefeningen doen met woordenschat? Keer dan terug naar de pagina WOORDENSCHAT.
Ik ben altijd fan van u. Fan fan fan fan fan fan fan