Met onderstaande oefening kun je oefenen met woordenschat. Wat is de betekenis van het vetgedrukte woord?
Op het vliegveld fouilleren ze reizigers.
Mijn oom werkt in een fabriek.
De fundering van het huis is klaar.
Hij is aan het flippen.
Op internet zie ik het formaat van de fiets staan.
Ik loop naar de fontein.
Geef je een fooi?
We leren bij geschiedenis over een farao.
Volgens mij is dat een fakkel.
We staan in de file.
Nog meer oefeningen doen met woordenschat? Keer dan terug naar de pagina WOORDENSCHAT.