Met onderstaande oefening kun je oefenen met woordenschat. Wat is de betekenis van het vetgedrukte woord?
Mijn zusje is bang voor bliksem.
De soldaten krijgen een bevel.
Ik koop de bestseller in de winkel.
Ik heb een bokaal gekregen.
In het centrum is een braderie.
Ik ben blut.
Mag je in de berm parkeren?
Sanne moet blozen.
Ik draag een bikini.
Je ouders betalen belasting.
Nog meer oefeningen doen met woordenschat? Keer dan terug naar de pagina WOORDENSCHAT.