Met onderstaande oefening kun je oefenen met leestekens. Typ de zinnen over en plaats leestekens op de goede plekken. Je moet ook goed opletten welke woorden je met een hoofdletter schrijft en welke met een kleine letter.
In deze oefening hoef je enkel punten en vraagtekens te gebruiken. Je gebruikt een vraagteken aan het eind van een vragende zin. Bij andere zinnen plaats je aan het eind een punt.
ik fiets naar de supermarkt
peter en sanne gaan naar opa en oma
ga je mee naar de speeltuin
ik loop naar school
ik woon in nederland waar woon jij
Nog meer oefeningen doen met leestekens? Keer dan terug naar de pagina LEESTEKENS.
laat het goede antwoord staat.
Nu moet je ALLES opnieuw doen
Oefenplein kunnen jullie dit aanpassen.
Houdoe