Met onderstaande oefening kun je kijken of je weet hoe groot voorwerpen (ongeveer) zijn en hoeveel er in past. Voor meer informatie kun je op onze pagina over inhoud kijken.
In een frisdrankglas past 200 ml.
Je kan een theekopje vullen met 2 dl thee.
Je kunt in de supermarkt een sinasfles kopen waar 3 liter in zit.
In een emmer past ongeveer 10 tot 12 liter.
Er zijn colaflessen waar 1,5 liter in past.
In een standaard bidon zit 0,5 liter water.
Een gemiddelde badkuip is 10 m3 groot.
Het wedstrijdbad is 20 m3 groot.
Nog meer oefeningen doen met inhoud? Keer dan terug naar de pagina INHOUD.
oefening vond ik een beetje vaag.
omdat het ging bijvoorbeeld over een wetstrijdbad ging, maar ik zou geen flauw idee hebben hoeveel daar zou inpassen! dus kunnen jullie dit soort oefeningen duidelijker maken?
Welke vragen vond jij het lastigst?