Welkom op de pagina Wijzer door de tijd groep 8: Samenvatting 6!

Thema: Een nieuwe tijd
Je vindt hier filmpjes, plaatjes en extra informatie over het thema 'een nieuwe tijd' per les en een oefentoets (+ antwoorden) over alle vier de lessen (de vragen zijn wel opgedeeld per les).
FILMPJES, PLAATJES & EXTRA INFORMATIE:
Les 1: Het bestuur van Nederland
- Bij dit hoofdstuk hebben we (nog) geen extra materiaal gevonden.
Les 2: Regels voor iedereen
- Bij dit hoofdstuk hebben we (nog) geen extra materiaal gevonden.
Les 3: De Europese Unie
- Bij dit hoofdstuk hebben we (nog) geen extra materiaal gevonden.
Les 4: Allemaal Nederlanders
- Bij dit hoofdstuk hebben we (nog) geen extra materiaal gevonden.
Oefentoets
Schrijf de antwoorden op de vragen bij voorkeur op een blaadje (of onthoud ze). Controleer daarna of je het goed hebt, onderaan deze pagina.
Les 1: Het bestuur van Nederland
VRAAG 1: Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen voor de verkiezingen van de Tweede Kamer?
VRAAG 2: Hoeveel mensen zitten er in de Tweede Kamer? Kies uit:
- 50 mensen
- 75 mensen
- 100 mensen
- 150 mensen
Les 2: Regels voor iedereen
VRAAG 3: Vul de goede woorden in het onderstaande verhaaltje in:
"Als je je niet aan de ... houdt, ben je in overtreding. Bij een lichte overtreding krijg je een .... Bij een misdrijf kom je voor de rechter. Die kan je een boete, een taakstraf of ... geven."
VRAAG 4: Als je tussen 12 en 18 jaar bent, waar kun je dan in plaats van de rechter ook komen als je je hebt misdragen?
VRAAG 5 (BONUS): Wie probeert de schuld van de verdachte te bewijzen? Kies uit:
- Een rechter
- Een advocaat
- Een officier van justitie
- Een minister
Les 3: De Europese Unie
VRAAG 6: Vul het goede woord in: "Nederland, België en Luxemburg vormen samen de ..."
VRAAG 7: Europese landen werken bijvoorbeeld samen op economisch gebied (handel en industrie). Noem nog twee gebieden waarop landen binnen de Europese Unie samenwerken.
Les 4: Allemaal Nederlanders
VRAAG 8: Hoe worden de Spanjaarden, Italianen, Marokkanen en Turken genoemd die rond 1960 naar Nederland kwamen om ons land te helpen opbouwen?
VRAAG 9: Waarin verschillen mensen uit andere landen van Nederlanders? (noem minstens 1 voorbeeld)
De bovenstaande vragen zijn bedoeld ter controle, dus om te kijken of je het al (goed) kent. Dit is geen garantie voor een goed cijfer, aangezien wij niet al het lesmateriaal tot onze beschikking hebben en er moeilijkere vragen gesteld kunnen worden. Wij hebben geen beschikking over de toetsen van de methode, dus als vragen overeen komen met de echte toets berust dit op toeval.
Antwoorden van de oefentoets:
Les 1: Het bestuur van Nederland
VRAAG 1: Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen voor de verkiezingen van de Tweede Kamer?
Om te stemmen voor de verkiezingen van de Tweede Kamer moet je achttien jaar of ouder zijn.
VRAAG 2: Hoeveel mensen zitten er in de Tweede Kamer? Kies uit:
- 50 mensen
- 75 mensen
- 100 mensen
- 150 mensen
150 mensen (antwoord d)
Les 2: Regels voor iedereen
VRAAG 3: Vul de goede woorden in het onderstaande verhaaltje in:
"Als je je niet aan de ... houdt, ben je in overtreding. Bij een lichte overtreding krijg je een .... Bij een misdrijf kom je voor de rechter. Die kan je een boete, een taakstraf of ... geven."
De goede woorden zijn: wet - bekeuring - (een) gevangenisstraf
VRAAG 4: Als je tussen 12 en 18 jaar bent, waar kun je dan in plaats van de rechter ook komen als je je hebt misdragen?
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar kunnen ook bij bureau Halt komen als ze zich hebben misdragen.
VRAAG 5 (BONUS): Wie probeert de schuld van de verdachte te bewijzen? Kies uit:
- Een rechter
- Een advocaat
- Een officier van justitie
- Een minister
Een officier van justitie (antwoord c)
Les 3: De Europese Unie
VRAAG 6: Vul het goede woord in: "Nederland, België en Luxemburg vormen samen de ..."
Nederland, België en Luxemburg vormen samen de Benelux.
VRAAG 7: Europese landen werken bijvoorbeeld samen op economisch gebied (handel en industrie). Noem nog twee gebieden waarop landen binnen de Europese Unie samenwerken.
Europese landen werken ook samen op andere terreinen, zoals veiligheid, politie en milieu.
Les 4: Allemaal Nederlanders
VRAAG 8: Hoe worden de Spanjaarden, Italianen, Marokkanen en Turken genoemd die rond 1960 naar Nederland kwamen om ons land te helpen opbouwen?
Deze mensen worden gastarbeiders genoemd.
VRAAG 9: Waarin verschillen mensen uit andere landen van Nederlanders? (noem minstens 1 voorbeeld)
Mensen uit andere landen hebben bijvoorbeeld andere gewoontes, een andere godsdienst, ze spreken een andere taal of zien er anders uit.
leuke site trouwens!
Helaas hebben we (nog) geen filmpjes bij dit hoofdstuk. Hopelijk heb je wel wat aan de oefentoets. Veel succes met je toets morgen!
En fijn dat je dit een leuke website vindt.