Welkom op de pagina Carte Orange 1hv: Unité 1!

Thema: Premiers contacts (kennismaking met Frankrijk en de Fransen)

Je vindt hier woorden, grammatica en extra informatie over het thema 'premiers contacts' per apprendre/onderdeel en een oefentoets (+ antwoorden) over de het hele hoofdstuk.

 

WOORDEN, GRAMMATICA & EXTRA INFORMATIE:

Grammatica:

In het boek bij apprendre 6 staan alleen de persoonlijke voornaamwoorden il (= hij) en elle (= zij) weergegeven. Voor een volledig beeld het volledige rijtje:

Nederlands: Frans:
ik je
jij tu
hij il
zij (enkelvoud) elle
men, wij on
wij nous
jullie, u vous
zij (meervoud mannelijk) ils
zij (meervoud vrouwelijk) elles

 

Oefentoets

Schrijf de antwoorden op de vragen bij voorkeur op een blaadje (of onthoud ze). Controleer daarna of je het goed hebt, onderaan deze pagina.

 

Woorden:

Vertaal de volgende woorden van het Frans naar het Nederlands:

  • un pays
  • un village
  • voilà
  • il s'appelle
  • elle a

Vertaal de volgende woorden van het Nederlands naar het Frans:

  • met
  • welkom
  • je hebt, heb je
  • eerst
  • al
  • goed idee
  • het is tijd
  • ik ga naar huis
  • hij ontmoet
  • jij bent

Zinnen:

Vertaal de volgende zinnen van het Nederlands naar het Frans:

  • Hoe heet hij?
  • Dit is Peter.
  • Hoi Hans.
  • Het gaat goed.
  • Hoe heet jij?

Grammatica:

Vul op de lege plekken het Franse lidwoord in. Achter de woorden staat welk geslacht ze hebben.

  • Het: __ problème (mnl.)
  • De: __ arrêt de bus (mnl.)
  • Het: __ eau (vrl.)
  • Het: __ vue (vrl.)
  • Een: __ livre (mnl.)
  • De: __ arbre (mnl.)
  • Een: __ bus (mnl.)
  • Een: __ rue (vrl.)

Vul op de lege plekken il of elle in (als achter de lege plek een naam staat vervang je die dus voor il of elle).

  • Mandy habite à Bordeaux. __ (Monique) habite aussi à Bordeaux.
  • __ (Frank) est dans la classe de Frederique.
  • J'habite à Rotterdam. __ (zij) habite à Amsterdam.

 

De bovenstaande vragen zijn bedoeld ter controle, dus om te kijken of je het al (goed) kent. Dit is geen garantie voor een goed cijfer, aangezien wij niet al het lesmateriaal tot onze beschikking hebben en er moeilijkere vragen gesteld kunnen worden (de kans is groot dat je bij de toets (ook) toepassingsvragen krijgt, maar die zij niet in deze oefentoets opgenomen. Wij hebben geen beschikking over de toetsen van de methode, dus als vragen overeen komen met de echte toets berust dit op toeval.

 

Antwoorden van de oefentoets:

Woorden:

Vertaal de volgende woorden van het Frans naar het Nederlands:

  • un pays = een land
  • un village = een dorp
  • voilà = daar is, hier is
  • il s'appelle = hij heet
  • elle a = zij heeft

Vertaal de volgende woorden van het Nederlands naar het Frans:

  • met = avec
  • welkom = bienvenu
  • je hebt, heb je = tu as
  • eerst = d'abord
  • al = déjà
  • goed idee = bonne idée
  • het is tijd = c'est l'heure
  • ik ga naar huis = je rentre
  • hij ontmoet = il rencontre
  • jij bent = tu es

Zinnen:

Vertaal de volgende zinnen van het Nederlands naar het Frans:

  • Hoe heet hij? = Comment il s'appelle?
  • Dit is Peter. = Voilà Peter.
  • Hoi Hans. = Salut Hans.
  • Het gaat goed. = Ça va bien.
  • Hoe heet jij? = Comment tu t'appelles?

Grammatica:

Vul op de lege plekken het Franse lidwoord in. Achter de woorden staat welk geslacht ze hebben.

  • Het: le problème (mnl.)
  • De: l' arrêt de bus (mnl.)
  • Het: l' eau (vrl.)
  • Het: la vue (vrl.)
  • Een: un livre (mnl.)
  • De: l' arbre (mnl.)
  • Een: un bus (mnl.)
  • Een: une rue (vrl.)

Vul op de lege plekken il of elle in (als achter de lege plek een naam staat vervang je die dus voor il of elle).

  • Mandy habite à Bordeaux. Elle (Monique) habite aussi à Bordeaux.
  • Il (Frank) est dans la classe de Frederique.
  • J'habite à Rotterdam. Elle (zij) habite à Amsterdam.

Reacties  

# anoniem_wil_ik_blijf 24-01-2020 14:51
merci, leuke toets :D :lol: :) ;) 8) :| :roll: :p
Antwoorden
# Oefenplein 26-01-2020 08:10
Dankjewel! Leuk om te horen.
Antwoorden
# Isabelle Gorisse 15-05-2017 13:33
Bonjour, je suis française.
La dernière phrase a une erreur:
"Je habite à Rotterdam"....On dit "J'habite à Rotterdam"
Et "Hoe heet hij?"...on peut aussi dire "Comment s'appelle t'il?".
Comment t'appelles tu? "Hoe heet jij?"
C'est plus correcte pour poser une question.
Cordialement
Antwoorden
# Oefenplein 15-05-2017 16:31
Merci beaucoup!
Antwoorden

Contactmogelijkheden

Over Oefenplein

Verklaringen

Oefeningen

arrow_up