Welkom op de pagina over het Delend lidwoord!
In het Frans gebruik je een delend lidwoord meestal als je in het Nederlands helemaal geen lidwoord gebruikt.
Er zijn vier vormen:
Bij mannelijke woorden in het enkelvoud gebruik je du.
Bij vrouwelijke woorden in het enkelvoud gebruik je de la.
Bij woorden in het enkelvoud die beginnen met een klinker of stomme h gebruik je de l'.
Bij woorden in het meervoud gebruik je des.
Let op!
Na een ontkenning (behalve na een vorm van het werkwoord être) of een woord van hoeveelheid krijg je geen delend lidwoord, maar de of d'.
Na de werkwoorden 'adorer', 'aimer', 'détester' en 'préférer' komt er altijd een bepaald lidwoord (le, la, l' of les). Ook bij een ontkenning!
Voorbeelden:
- Une salade avec du riz et des poivrons. (= Een salade met rijst en paprika's.)
- Il mange de la viande et il boit de l'eau. (= Hij eet vlees en hij drinkt water.)
- Elle ne mange pas de viande. (= Zij eet geen vlees.); een ontkenning.
- Je bois beaucoup d'eau. (= Ik drink veel water.); een woord van hoeveelheid.
- J'aime le chocolat. (= Ik houd van chocolade.); een uitzonderingswoord.
Woorden van hoeveelheid kunnen zijn (bijvoorbeeld):
- beaucoup = veel
- un peu de = weinig
- trop de = veel
- un kilo de = een kilo
- une bouteille de = een fles
OEFENINGEN:
Vul het goede delende lidwoord in.
Vul het goede delend lidwoord in.
Kies uit 6 mogelijkheden het goede delend lidwoord
Vul het goede delend lidwoord in. Alleen ontkenningen.
\
Kan het zijn dat er foutjes in de oefen- zinnen zitten? Ik zie zinnen met aimer of adorer waar de la/du achter staat maar aimer en adorer is toch altijd met le/la/les???
Anna
Dankjewel voor je reactie. Zoals hierboven staat bij oefening 3 zit daarhelaas een fout in. "Er zit helaas een fout in vraag 13. Na de werkwoorden 'adorer', 'aimer', 'détester' en 'préférer' komt er altijd een bepaald lidwoord (le, la, l' of les). In dit geval gaat het om een mannelijk woord en zou je dus 'le' moeten gebruiken. We nemen contact op met de maker van de oefening!" Mocht je ergens anders dezelfde fout zien, laat het ons dan even weten!
De regel is: Na de werkwoorden 'adorer', 'aimer', 'détester' en 'préférer' komt er altijd een bepaald lidwoord (le, la, l' of les). Ook bij een ontkenning!
M.v.g
Dyane Ten Hoven
Wat leuk om te horen! Veel succes met je Franse repetitie en fijn dat je anderen oefenplein.nl gaat aanraden. Nog een fijn weekend.
Er wordt gebruik gemaakt van het woord aimer, en vervolgens wordt het delend lidwoord ''de la'' goedgekeurd...neem aan dat dit alleen ''la'' hoort te zijn.
Goed gezien! Deze oefening hebben we helaas niet zelf gemaakt, vervelend dat er een fout in staat. Dat proberen we zoveel mogelijk te voorkomen. Het moet inderdaad 'la' zijn.
Bij een hoeveelheid of ontkenning komt nagenoeg altijd de.
Maar hoe gaat dat bij een combinatie met een hoeveelheid?
Bijvoorbeeld:
Ik houd van een glas water.
J'aime un verre d'eau ... of ...
J'aime un verre de l'eau ... of ...
J'aime un verre l''eau
Dank u wel.
Bedankt voor je vraag! Na de werkwoorden 'adorer', 'aimer', 'détester' en 'préférer' komt er altijd een bepaald lidwoord (le, la, l' of les). Ook bij een ontkenning of een woord van hoeveelheid.
"J'aime un verre l'eau" dus.
Heel veel dank, ik kan er nu verder mee!
Groet,
Hans
Het is dan weer wel "J'aime l'eau' (= Ik houd van water), omdat na 'aimer' le, la, l' of les komt. Omdat in het voorbeeld na 'aimer' nog eerst 'un verre' staat kijken we naar 'un verre'.
Dank voor je aanvulling! Sorry voor de verwarring.
als je na aimer, adorer, préferer,... altijd le la of l' moet gebruiken telt dit dan ook bv voor j'aime énormément mes chiens? of is het les chiens?
zelfde voor j'aime mon chat... of mari.
Dank je alvast!
Bedankt voor je vraag. Als je wil zeggen "Ik houd enorm van MIJN honden." zul je toch gebruik moeten maken van "mes". Voor de zekerheid kun je nog even aan je docent Frans vragen hoe dit precies zit.
Goede vraag! Een combinatie van à en le maakt 'au' en een combinatie van à en les maakt 'aux'.
Bijvoorbeeld "Ik ga naar de tuin." is "Je vais au jardin." (le jardin = mannelijk, dus een combinatie van à le wat 'au' maakt).
ik snap het veel beter.
En ik heb nu ook nog een plek waar ik alles nog kan herhalen. Supertoffe site blijf zo doorgaan !!!
Mooi dat je het nu beter snapt. We zijn nog steeds druk bezig met de bestaande pagina's voor het voortgezet onderwijs updaten en nieuwe pagina's toevoegen. Onder andere de grammatica voor Duits staat op de planning. Houd voor updates Facebook en Twitter in de gaten. En we zijn van plan nog heel lang door te blijven gaan
Als je nog vragen hebt, stel ze gerust! Alvast een fijne kerstvakantie toegewenst.
OMG DIT WERKTE SUPPER GOOOOOED IK HEB EEN 9,7 Gehaald dierdoor Thxs Leraar
(dan kan alleen: le, la, l' of les)
een hele goede oefening. maar is het misschien een idee om een soort toets ook te maken met alles door elkaar!
groetjes
Super bedankt voor deze oefeningen en goede uitleg. Ik heb volgende week toetsweek en daarbij heb ik een toets van Frans. Dit vond ik heel moeilijk maar nu snap ik het! Ik hoop dat de toets goed gaat
Met vriendelijke groet,
Anne (havo vwo)
In het Frans gebruik je in die gevallen (als je dus geen 'de' of 'het' gebruikt) het delende lidwoord. Er zijn meerdere vormen:
* Bij mannelijke woorden in het enkelvoud gebruik je 'du'
* Bij vrouwelijke woorden in het enkelvoud gebruik je 'de la'
* Bij woorden in het enkelvoud die beginnen met een klinker of stomme h gebruik je 'de l''
* Bij woorden in het meervoud gebruik je 'des'
Na een ontkenning of woord van hoeveelheid gebruik je echter 'de' of 'd''
Dit is een korte uitleg hoe je werkt met het delend lidwoord. De zin "Hij eet vlees." wordt in het Frans:
"Il mange de la viande."
Je gebruikt dus 'de la', omdat vlees vrouwelijk is in het Frans.
Ik hoop dat je het nu beter begrijpt!
Bij opdracht 3 klopt zin 14 niet.. Na de werkwoorden aimer, adorer, détester en préférer komt er altijd een bepaald lidwoord (le, la of les). Bij die zin kon je daar niet uit kiezen. Wou dit even kwijt!
Met vriendelijke groet,
Ilham (havo 4)
We kunnen helaas de oefening niet aanpassen, omdat we de oefeningen op deze pagina niet zelf hebben gemaakt.
We zullen kijken of we misschien de betreffende oefening moeten verwijderen.
14 van oefening 3 klopt niet. Het werkwoord is préféré. Dat is 1 van de 4 uitzonderingen. Het lidwoord bij die uitzonderingen is altijd bepalend. Het wordt dan ook ''le chocolat'', aangezien het woord mannelijk is.
Ik hoop dat jullie hier wat aan hebben.
Gr Marisa (4 havo, is dit een trend?)
Het vervelende is dat we de oefeningen op deze pagina niet zelf hebben gemaakt en we de fout niet zomaar kunnen aanpassen.
Het moet gewoon d' zijn.
Ik weet dit omdat mijn lerares Frans ook écht uit Frankrijk komt dus zij kent de regels wel t beste.
Groetjes,
Myrthe (2VWO)
Bedankt voor je reactie.
Oefening 6, zin 6 is de volgende zin:
"Ce n'est pas ... eau minérale !"
Normaal zou je als antwoord d' invullen, omdat het een ontkenning is, maar na een vorm van être (est) gebruik je GEEN d', maar de reguliere vorm. Dus in dit geval gebruik je de l'.
Je lerares heeft je vast verteld dat na een ontkenning de (of in dit geval d') komt, maar als je een vorm van het werkwoord être hebt is het een uitzonderingssituatie en gebruik je de reguliere vorm.
Heb je deze specifieke vraag aan je docent laten zien, dan ben ik heel benieuwd wat zij hier fout aan vindt. Wil je het dan laten weten?
Na een ontkenning verandert een onbepaald lidwoord in de, behalve bij être, dat klopt, maar je kan niet zeggen: c'est un eau minérale, dus in deze zin is dat geen mogelijke verklaring.
Bij het delend lidwoord gebruik je normaal na een ontkenning de of d'
Behalve als je het woord être gebruikt. Dan wordt het bijvoorbeeld "Ce n'est pas du pain" (= Dat is geen brood). In dit geval gebruik je dus de reguliere vorm.
Het gaat hier dus om het delend lidwoord en NIET om een onbepaald lidwoord!
Groetjes Tristan (Havo 2)
Deze oefening maken we niet zelf, vervelend dat er een fout in staat. Dat proberen we zoveel mogelijk te voorkomen.
Ik snap niet waarom 3 van oefening 8 geen de is. Kunt u dit mij uitleggen?
Oefening 8, zin 3 is de volgende zin:
"Ce n'est pas ... boisson chaude."
Normaal zou je als antwoord de invullen, omdat het een ontkenning is, maar na een vorm van être (est) gebruik je GEEN de, maar de reguliere vorm. Dus in dit geval gebruik je une. Als je het delend lidwoord wilt gebruiken gebruik je de la.
Lees onze uitleg nog maar eens goed door!
Welke fouten zitten er dan in oefening 6? Ik heb ze niet gezien. Heb je goed gekeken of er geen ontkenning of woord van hoeveelheid in de zin staat? Ik hoor graag van je!
Oefening 6, zin 6 is de volgende zin:
"Ce n'est pas ... eau minérale !"
Normaal zou je als antwoord d' invullen, omdat het een ontkenning is, maar na een vorm van être (est) gebruik je GEEN d', maar de reguliere vorm. Dus in dit geval gebruik je de l'.
Lees onze uitleg nog maar eens goed door!