Welkom op de pagina over Vivre!

Betekenis = leven, wonen

 

présent:

je vis = ik leef

tu vis = jij leeft

il vit = hij leeft

elle vit = zij leeft

on vit = men leeft; wij leven

nous vivons = wij leven

vous vivez = jullie leven; u leeft

ils vivent = zij leven

elles vivent = zij leven

 

passé composé:

j'ai vécu = ik heb geleefd, ik leefde

Contactmogelijkheden

Over Oefenplein

Verklaringen

Oefeningen

arrow_up