Welkom op de pagina over afkortingen!

Bovenaan deze pagina staat een uitleg over het gebruik van afkortingen. Daaronder vind je oefeningen met afkortingen. We raden je aan om eerst de uitleg door te lezen en daarna te gaan oefenen. Als je het al snapt kun je ook direct gaan oefenen.

UITLEG:

Er zijn veel regels en uitzonderingen bij het maken van afkortingen. De belangrijkste regels zijn:

• Afkortingen die nauwelijks uitgesproken worden (waar je dus 'bijvoorbeeld' zegt in plaats van 'bijv.'), maar vooral op papier gebruikt worden, schrijf je met punten (en afhankelijk van het woord dat je afkort wel/niet met hoofdletters). Voorbeelden:
  • a.s. = aanstaande
  • bijv. = bijvoorbeeld
  • m.a.w. = met andere woorden

• Afkortingen die bestaan uit de beginletters van Nederlandse woorden krijgen meestal geen punten (en afhankelijk van de woorden die je afkort wel/geen hoofdletters). Voorbeeld:
  • btw = belasting toegevoegde waarde

• Afkortingen die bestaan uit de beginletters van woorden uit een andere taal behouden de originele spelling (behalve als het woord niet meer buitenlands aanvoelt). Voorbeelden:
  • IT = informatietechnologie
  • RAM = random-access memory

• Voor afkortingen van eigennamen zijn veel verschillende regels, die we hier niet allemaal gaan opnoemen. Voorbeelden:
• NAVO = Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
• BuZa = Buitenlandse Zaken
• Unicef = Unicef
• PvdA = Partij van de Arbeid

• Opleidingen schrijf je met kleine letters en zonder punten. Voorbeelden:
• havo = hoger algemeen voortgezet onderwijs
• mbo = middelbaar beroepsonderwijs

• Wetten, regelingen etc. schrijf je (meestal) met hoofdletters en zonder punten. Voorbeeld:
  • AOW = Algemene Ouderdomswet

• Ziekten schrijf je meestal met hoofdletters, behalve wanneer de afkorting veel wordt gebruikt. Voorbeeld:
  • MKZ = mond-en-klauwzeer

• Eenheden schrijf je zonder punten, behalve als je de afkorting in een zin gebruikt (dan komt er wel een punt achter). Voorbeelden:
• km = kilometer
• KB = kilobyte
• Hz = hertz

OEFENINGEN:

De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is. 

• TIP! Combineer de woorden met hun afkortingen door ze te slepen (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
• TIP! Combineer de woorden met hun afkortingen door ze te slepen (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)

Combineer de afkortingen met hun betekenis.

Uitleg: Sleep de woorden naar de goede afkortingen. Kijk of je het goed hebt gedaan door op [nakijken] te klikken.

• Combineer de woorden met hun afkortingen door ze te slepen (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
• Combineer de woorden met hun afkortingen door ze te slepen (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)

Kun jij de woorden met hun afkortingen combineren?

Uitleg: Sleep de afkortingen links naar de goede betekenis rechts. Kijk of je het goed hebt gedaan door op [controleer] te klikken.

• Welk woord kun je afkorten (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)

Weet jij welk woord afgekort kan worden?

Uitleg: In elke zin staat één woord dat afgekort kan worden. Maak van dat woord een afkorting en vul die in. Klik aan het eind op [nakijken].

AFKORTINGEN OPZOEKEN, OVERZICHT VAN AFKORTINGEN EN ANDERE HANDIGE LINKS:

• Vind de betekenis van een afkorting

Links vind je een zoekvak waar je een afkorting kunt invullen om vervolgens de betekenis te krijgen.

• TIP! Alfabetisch overzicht van afkortingen
• Afkortingen in chatgesprekken

Vragen, tips en opmerkingen horen we graag! Neem contact met ons op of laat hieronder een reactie achter.