Welkom op de pagina over tegenstellingen!
Bovenaan deze pagina staat een uitleg over het gebruik van tegenstellingen. Daaronder vind je oefeningen met tegenstellingen. We raden je aan om eerst de uitleg door te lezen en daarna te gaan oefenen. Als je het al snapt kun je ook direct gaan oefenen.

UITLEG:
Een tegenstelling is een woord dat precies het tegenovergestelde betekent van een ander woord. Voorbeelden:
- goed - fout
- mooi - lelijk
- jong - oud
OEFENINGEN:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan. De moeilijkste oefeningen staan onderaan. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is.
- Tegenstellingen slepen, oefening 1 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- Tegenstellingen slepen, oefening 2 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- Tegenstellingen slepen, oefening 3 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
- Tegenstellingen slepen, oefening 4 (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
Weet jij wat het tegenovergestelde is?
Uitleg: Combineer de woorden links met de woorden rechts en zorg dat er tegenstellingen ontstaan. Als je klaar bent klik je op [controleer].
Vragen, tips en opmerkingen horen we graag! Neem contact met ons op of laat hieronder een reactie achter.