Met onderstaande oefening kun je oefenen met leestekens. Typ de zinnen over en plaats leestekens op de goede plekken. Je moet ook goed opletten welke woorden je met een hoofdletter schrijft en welke met een kleine letter.
In deze oefening gebruik je komma's, punten en vraagtekens. Komma's gebruik je bijvoorbeeld in opsommingen.
ik ga vanmiddag spelen met lotte en eva
maandag heb ik les van juf jasmijn en dinsdag van meester ruben
ik heb bloemkool spinazie witlof en rode bieten nodig
komen daan lucas en jayden ook
mag ik naar het verjaardagsfeest van sem milan levi en stijn
Nog meer oefeningen doen met leestekens? Keer dan terug naar de pagina LEESTEKENS.