Welkom op de pagina over het Wederkerend werkwoord!

Een voorbeeld van een wederkerend werkwoord is: Il se trompe. = Hij vergist zich.

Dit is een vorm van het wederkerend werkwoord se tromper (= zich vergissen). Bij een wederkerend werkwoord horen de wederkerende voornaamwoorden me, te, se, nous, vous, se.

Het rijtje gaat als volgt:

je me trompe = ik vergis me

tu te trompes = jij vergist je

il se trompe = hij vergist zich

elle se trompe = zij vergist zich

on se trompe = men vergist zich; wij vergissen ons

nous nous trompons = wij vergissen ons

vous vous trompez = jullie vergissen jullie; u vergist zich

ils se trompent = zij vergissen zich

elles se trompent = zij vergissen zich

Let op!

• Alle wederkerende werkwoorden worden in de passé composé vervoegd met être.
• Als er een infinitief in de zin staat, dan staat het wederkerend voornaamwoord voor die infinitief.

Niet alle werkwoorden die in het Frans wederkerend zijn, zijn dat ook in het Nederlands. De wederkerende voornaamwoorden staan op dezelfde plaats in de zin als persoonlijke voornaamwoorden, dus voor de persoonsvorm. Maar als er een heel werkwoord in de zin staat dan staan ze vlak voor dat hele werkwoord.

Voorbeeldzinnetjes:

• Tu vas t'entraîner en salle d'escalade. (= Jij gaat trainen in de klimzaal.)
• Ce matin je me suis réveille à neuf heures. (= Vanmorgen ben ik wakker geworden om negen uur.)
• Je me suis trompé. (= Ik heb me vergist.)
• Je me brosse les dents deux fois par jour. (= Ik poets mijn tanden 2x per dag.)
• Tu t'es disputé? (= Heb je ruzie gemaakt?)

Een handig stencil over het wederkerend werkwoord vind je hier.

OEFENINGEN:

Let op! De volgorde is willekeurig.

• Algemene vragen over het wederkerend werkwoord

Ook hier kun je handig oefenen. Klik link in het menu op [Français]. Klik dan rechts bovenin op [Grammar]. Kies uit de grammaticaonderdelen [Reflexive Verbs]. Hier vind je 12 pagina's over het wederkerend werkwoord.