Welkom op de pagina over Vouloir!
Betekenis = willen
présent:
je veux = ik wil
tu veux = jij wilt
il veut = hij wil
elle veut = zij wil
on veut = men wil; wij willen
nous voulons = wij willen
vous voulez = jullie willen; u wilt
ils veulent = zij willen
elles veulent = zij willen
passé composé:
j'ai voulu = ik heb gewild, ik wilde
Oefening
We hebben zojuist een oefening toegevoegd. Succes met oefenen!