Welkom op de pagina van het begrijpend lezen!
Je vindt hier allerlei handige oefeningen, bijvoorbeeld teksten met vragen daarbij, oefeningen om de volgorde te bepalen en oefeningen over signaalwoorden. Begrijpend lezen begint met het opbouwen van een goede woordenschat. Je vindt op onze website ook oefeningen met woordenschat! Vragen, tips en opmerkingen over het vak begrijpend lezen of over iets anders horen we graag! Neem contact met ons op of laat onderaan deze pagina een reactie achter.
OEFENINGEN:
De makkelijkste oefeningen staan bovenaan elke categorie. De moeilijkste oefeningen staan onderaan elke categorie. Bij elke oefening staat voor welke groep deze bedoeld is. Let op! De pagina is verdeeld in categorieën.
Teksten met vragen daarbij:
- Circus Krakkemix (vooral bedoeld voor groep 3, groep 4 en groep 5)
Er gaat van alles mis in circus Krakkemix. Lees eerst het verhaaltje en maak daarna de vragen. Wat is er aan de hand?
- Watje-watje-weg (vooral bedoeld voor groep 5 en groep 6)
Lees het verhaal over 'Watje-watje-weg' en maak daarna de vragen daarbij.
- TIP! Voetbal en Justin Bieber (vooral bedoeld voor groep 6, groep 7 en groep 8)
Lees het verhaal over voetbal en het verhaal over Justin Bieber en beantwoord de vragen die erbij horen.
- Het verwisselde kind (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Lees eerst het verhaal 'het verwisselde kind' en maak daarna de vragen.
- Koekiemonster (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Lees het verhaal over 'Koekiemonster' en maak daarna de vragen daarbij.
- De deur (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Lees eerst het verhaal 'de deur' en maak daarna de vragen.
- Kussengevechten (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Lees eerst het verhaal over kussengevechten en maak daarna de vragen daarbij.
- TIP! Meerdere verhaaltjes (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Je hebt meerdere verhaaltjes waar je opdrachten bij moet maken.
Vul de ontbrekende woorden in
Je krijgt verhaaltjes te zien waarin woorden missen. Kies de goede woorden.
- Herfst (vooral bedoeld voor groep 2, groep 3 en groep 4)
Je leest een verhaaltje over de herfst. Vul de goede woorden in het verhaaltje in.
- De kar (vooral bedoeld voor groep 2, groep 3 en groep 4)
Je leest een verhaaltje over de kar van Sam. Vul de goede woorden in het verhaaltje in.
- Appels (vooral bedoeld voor groep 2, groep 3 en groep 4)
Je leest een verhaaltje over Aroen die appels heeft gekocht. Vul de goede woorden in het verhaaltje in.
- Slijmerige beestjes (vooral bedoeld voor groep 5 en groep 6)
Je leest een verhaaltje over slakken. Vul de goede woorden in het verhaaltje in.
- Billy Turf (vooral bedoeld voor groep 5 en groep 6)
Je leest een verhaaltje over Billy Turf. Vul de goede woorden in het verhaaltje in.
- Meester Kikker (vooral bedoeld voor groep 5 en groep 6)
Je leest een verhaaltje over Meester Kikker. Vul de goede woorden in het verhaaltje in.
Volgorde bepalen
In de volgende opdrachten krijg je een aantal zinnen. Je moet ze in de goede volgorde zetten (sleep de zinnen achter het goede nummer). Heel veel succes!
Deel 1:
- Regenton (vooral bedoeld voor groep 3, groep 4 en groep 5)
- Larven (vooral bedoeld voor groep 3, groep 4 en groep 5)
- Muggen (vooral bedoeld voor groep 3, groep 4 en groep 5)
Deel 2:
- Kees verveelt zich (vooral bedoeld voor groep 5 en groep 6)
- Bloedneus (vooral bedoeld voor groep 5 en groep 6)
- Het bloeden houdt op (vooral bedoeld voor groep 5 en groep 6)
Deel 3:
- Chocolade (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Stoomreddingsboot (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Edelmetalen (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Tandarts op straat (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Postzegels (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Deel 4:
- Vuurwerk (vooral bedoeld voor groep 8)
- Echtscheiding (vooral bedoeld voor groep 8)
- Operatie huisdier (vooral bedoeld voor groep 8)
- Zet de vakantiezinnen in de goede volgorde (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Zet de zinnen die over vakantie gaan in de goede volgorde.
Signaalwoorden
In teksten komen vaak signaalwoorden voor. Voorbeelden zijn: want, omdat, bijvoorbeeld, maar, als, indien, terwijl, daarna, toen, dus, of, door, oorzaak, als gevolg van, door, doel, allereerst. En er zijn er nog veel meer! Onderstaande oefeningen zijn vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8. Een PDF met een aantal signaalwoorden vind je hier (gebruik deze ook voor de opdrachten):
- TIP! Welk signaalwoord hoort op de lege plek? (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Kies welk signaalwoord thuis hoort op de lege plek in het verhaal.
Hoofdgedachte bepalen
De hoofdgedachte bepalen is best lastig. De kans is ook groot dat ze dat op jouw basisschool nog niet aanleren. Wel hebben we twee oefeningen voor je gevonden (vooral bedoeld voor groep 8).
Overige oefeningen
- Verwijswoorden (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
- Onderwerp bepalen door titel & plaatjes (vooral bedoeld voor groep 7 en groep 8)
Vragen, tips en opmerkingen horen we graag! Neem contact met ons op of laat hieronder een reactie achter.